In het Rotterdamsch Dagblad van 1 juni 1899 staat iets dat Simon Leene (geboren in 1869 in Den Haag; overleden in 1926 te Amsterdam):
Twee inbrekers voor het bed!
De ‘tuimelramendieven’ zijn weder aan den gang. Na eergisteren bij den spekslager Ladan op den Loosduinschen weg te hebben ingebroken en gestolen, hebben zij dit gisternacht gedaan bij den spekslager Leene, een paar honderd meters verder op den weg. Ook thans hebben de dieven zich toegang verschaft door het tuimelraam en daarna de de deur aan de binnenzijde geopend om zich een veiligen aftocht te verzekeren.
Vervolgens hebben de inbrekers zich door de huiskamer naar de slaapkamer begeven. De vrouw des huizes ontwaakte even meenende de winkelbel te hooren. Zij waarschuwde haar man, doch deze dommelde weer in.
Plotseling zag de vrouw twee manspersonen in het slaapvertrek, waarvan een vlak voor het bed. Zij gaf een gil, waarop de dieven wegliepen, een zilveren horloge medenemende uit het vest van den slager, welke kleedingstuk op een stoel voor het bed hing. In den winkel werden eenige sleutels gevonden, die in den kamer op de kasten hadden gezeten.